Organisch of mineraal bemesten? Deze meststoffen zijn het best voor je gazon.
Dat een gazon meststoffen nodig heeft, daar is bijna iedereen het over eens. Maar welke meststof je nu het best gebruikt, dat is vaak voer voor discussie. Organische meststoffen versus minerale, vloeibare bemesting versus vaste, enkelvoudige of samengestelde meststoffen, biostimulanten, …
De keuze is zeer groot en de meningen erover spreken elkaar vaak tegen. We gingen te rade bij Jo Verschueren, technisch en commercieel adviseur bij Compo-Expert, één van de marktleiders in hoogwaardige speciale meststoffen in Europa.
Is het aanbod van meststoffen niet heel groot?
Ja, dat is zo. Kort door de bocht kun je zeggen dat er vroeger gewoon bemest werd met de klassieke gemengde meststof 15-15-15 (stikstof, fosfor en kalium). Goed voor alles, was de gangbare gedachte. In de landbouw was ook de verhouding 12-12-17 sterk in zwang. Vandaag zijn er hoogwaardige meststoffen op de markt in nog zoveel andere uitgekiende formules en kijken we ook naar andere bemestingsvormen.
Terwijl we vroeger gewoon moesten kiezen tussen organische en anorganische minerale meststoffen. Welke van de twee is trouwens de beste om een gazon te bemesten?
Wel, volgens mij is het geen ‘of-of’-verhaal, maar minstens een ‘en-of’-verhaal. Het allerbelangrijkste is een goed humusgehalte in de bodem. Dat bereik je het best door een gezonde balans te vinden tussen beide types meststoffen. De organische meststoffen bestaan uit natuurlijke grondstoffen en stimuleren het bodemleven. De samenstelling ervan bepaalt de afbraaksnelheid, welke voedingselementen en organische stof er worden vrijgegeven. Daarnaast heb je de anorganische minerale meststoffen of kunstmest zoals de meeste mensen ze noemen. Hiervan wordt vaak beweerd dat ze zorgen voor een slechtere bodem en het verdwijnen van het bodemleven, maar dat klopt niet. Het tegendeel kan zelfs bewezen worden.
Maar is één van beide types meststoffen beter voor het gras?
Voor de grasplanten zijn beide prima. Ze nemen de mineralen op, maar de herkomst ervan maakt niet uit. Het zal een plant een zorg wezen of zijn voeding van organische oorsprong is of van directe minerale oorsprong. Zolang de voedingselementen maar in de juiste dosis, op de juiste manier en op het juiste tijdstip worden toegediend.
Wat is het juiste tijdstip om te bemesten?
Je moet je gazon vooral in het voorjaar en in het najaar bemesten. In het voorjaar om het gras te helpen groeien en in de herfst om het klaar te maken voor de winter. Tijdens de zomer zorg je dan weer door meststoffen toe te dienen dat het gazon in goede gezondheid blijft. Door het veranderende klimaat zien we de laatste jaren wel een lichte verschuiving. We kunnen in het voorjaar iets vroeger beginnen en later eindigen met de najaarsbemestingen. Dit is natuurlijk afhankelijk van de weersomstandigheden en je moet wel nog altijd rekening houden met de totale giftes over het hele seizoen. Het is niet omdat de bemestingsperiodes zich in de tijd uitstrekken, dat er ook veel meer bemest moet worden.
Welke meststof gebruik je het best tijdens het voorjaar?
Gedurende het groeiseizoen zijn de verhoudingen tussen het gehalte aan stikstof en kalium – de NK-verhouding – van je meststof zeer belangrijk. Zo krijg je stevige graszoden die wateroverlast, hitte en langdurige droogte goed kunnen verdragen. Dat kan via bemesting en/of biostimulanten. Deze laatste zijn producten van natuurlijke oorsprong zoals zeewierextracten en silicaten die effect hebben op de groei en de weerstand van planten. Zij bieden een verhoogde stresstolerantie tegen hitte en koude, droogte en betreding.
Mag je na het zaaien of doorzaaien het gazon ook bemesten?
Het is zeker een voordeel om bij het inzaaien meteen bemesting en biostimulanten te gebruiken op het pas uitgestrooide zaad. Dit zorgt voor een snellere groei, een betere wortelgroei en een vluggere dichtgroei van het gazon. Zo krijgt het onkruid geen kans om de plaats van het gras in te nemen. Bij doorzaai van een bestaand gazon (bv. verticuteren en doorzaaien) is het beter om pas te bemesten een maand na het doorzaaien. Indien we hier onmiddellijk na het doorzaaien zouden bemesten, gaat vooral het bestaande gras profiteren van deze voeding, dit gaat feller groeien en op die manier licht, vocht en voeding afnemen van het pas ingezaaide gras. Bij doorzaai is het dus beter om pas te bemesten na 1 of 2 maaibeurten na het kiemen van het gras.
Welke meststoffen zijn hiervoor geschikt?
Het zaaitijdstip, voorjaar of najaar, bepaalt eigenlijk de keuze van de meststof. In het voorjaar gebruiken we meststoffen met een hoger gehalte aan stikstof (N) en bij inzaai in september gebruiken we eerder een formule met de nadruk op kalium (K) of een formule met een mooi evenwicht tussen stikstof en kalium, bv. 16-7-15. Aan een dosis van 3 kg per are (100m²) geeft dit een prachtig resultaat.
Er zijn ook meststoffen met bacteriën. Wat bieden zij?
Bacteriën en in het algemeen het bodemleven is één van de belangrijkste factoren voor een mooi gazon. Onder bodemleven wordt alle levende organismen verstaan die in de bodem leven. Dit zijn er miljarden en een groot deel daarvan zijn microscopisch klein. Zo heb je de micro-organismen (zoals bacteriën en schimmels) en fauna (zoals aaltjes, mijten en wormen). Zij zorgen o. a. voor de afbraak van organische stof tot humus en het vrijmaken van voedingsstoffen. Door een meststof te gebruiken waarin bacteriën zijn gemengd, stimuleer je dit bodemleven. Zo bieden wij bijvoorbeeld Vitanca RZ aan, die de bacteriën Bacillus sp bevat. Hiermee vitaliseer je de grasplanten en kunnen de wortels beter groeien. Een gezond bodemleven zorgt voor gezonde planten en heeft invloed op de structuur van de bodem.
Kan je de bodemstructuur dan ook verbeteren via een meststof?
Ja, natuurlijk. We beschikken over diverse bodemverbeteraars. Deze middelen verrijken de bodem met organisch materiaal en calcium en verhogen zo het humusgehalte in de bodem. Daarnaast beschikken we ook over een minerale fosfaatmeststof met silicium. Deze zorgt voor een diepere beworteling, waardoor water en voedingstoffen beter opneembaar worden. Deze middelen kunnen worden toegepast via topdressing of worden ingewerkt in de bodem bij de aanleg. Hiermee verbeter je de bodem en wordt de wortelgroei gestimuleerd.
Ook een goede waterinsijpeling in de bodem is de laatste jaren een belangrijk thema. Hoe kan je hiervoor zorgen?
Een stijgende trend is het gebruik van wetting agents (uitvloeiers). Deze middelen worden gebruikt om water beter en gelijkmatiger in de bodem te laten dringen. Dit is vaak een probleem bij hevige buien of wanneer het regent tijdens een droge periode. De bodem kan dan op bepaalde plaatsen waterafstotend zijn zodat de regen niet meer in de bodem kan. Door een gerichte behandeling met een wetting agent kunnen dergelijke droge plekken opnieuw bevochtigd worden zodat de wateropname verbetert.