Bemesten
Om gezond te blijven, wordt een gazon best regelmatig bemest met extra voedingsstoffen. Het is evenwel belangrijk dat dit op de juiste manier en op het juiste tijdstip gebeurt. Anders is er risico op verbranding van het gras of zelfs vernietiging van het bodemleven. Daarom sommen we in dit artikel op waarom, wanneer en hoe je een gazon het best bemest.
Veel tuineigenaars denken dat gras geen meststof nodig heeft, maar niets is minder waar. Doordat je het gras regelmatig maait, ontdoe je het telkens van een deel van zijn voedingsstoffen (nutriënten). Je gazon ziet er dan misschien mooi strak uit, maar het gras moet steeds opnieuw in de bodem op zoek gaan naar nieuwe voedingsstoffen. Op deze manier wordt de bodem steeds armer en kan het na een tijd zelfs uitgeput raken.
Wanneer het gras geen voedingsstoffen meer vindt, wordt het slap, verkleurt het van lichtgroen tot geel en kan het uiteindelijk sterven. Om dit te voorkomen, is het belangrijk om de gazonbodem regelmatig meststof toe te dienen. Op deze manier bekom je een vruchtbare bodem die je gras optimaal kan voeden.
Waarom het goed is een gazon te bemesten:
- Het gras groeit beter
- De graswortels groeien zowel in de breedte als in de diepte zodat het gazon voller wordt en beter bestand is tegen droogte
- Beter herstel van koude, hitte en beloping
- Het gras is resistenter tegen koude, schimmels en andere gazonziektes
- Het gazon heeft een mooie, donkergroene kleur
- Doordat er geen lege plekken zijn in het gazon, krijgen onkruid en mos minder kans
Moet je een gazon ook bemesten indien je een robot- en mulchmaaier hebt?
Ja, ook een gazon dat onderhouden wordt door een robotmaaier, moet bemest worden om gezond te blijven. Dit is nodig omdat de gemaaide grassnippers die als natuurlijke bemesting op het gazon achterblijven, niet alle noodzakelijke voedingsstoffen bevatten. Deze voedingstekorten vul je dus beter aan met een gazonmeststof om zo het evenwicht te herstellen.
Welke meststof kies ik best voor een gazon met een robotmaaier?
In de handel zijn specifieke meststoffen verkrijgbaar voor gazons onderhouden door een robotmaaier. Deze aangepaste meststoffen voeden niet alleen het gras maar helpen ook tegen viltvorming. Gazons die onderhouden worden door een robot- en mulchmaaier zijn hier namelijk extra onderhevig aan.
Doordat bij het mulchmaaien zeer frequent grassnippers op de grasbodem worden achtergelaten, kan dit afval snel ophopen. Het bodemleven krijgt dan niet de tijd om deze blad- en plantenresten te verwerken en er vormt zich een dikke viltlaag tussen de grassprieten. Deze laag zorgt ervoor dat het regenwater niet meer in de bodem dringt en dat de voedingsstoffen de graswortels niet meer bereiken. Vilt kan gras dan ook verstikken.
Een oplossing is om het gazon regelmatig te verticuteren en zo te ontdoen van de viltlaag. Er zijn ook aangepaste meststoffen voor gazons met robot- en mulchmaaier met nuttige bacteriën en/of kalk. Deze bacteriën versnellen de afbraak van de viltlaag terwijl kalk de bodem minder zuur maakt zodat de bacteriën optimaal kunnen werken.
Welke voedingselementen moet een gazonmeststof bevatten?
Stikstof (N)
Stikstof is één van de belangrijkste voedingselementen voor planten. Het zorgt voor de groei van het gras doordat het de celdeling van het gras stimuleert. Een gazon heeft dan ook veel stikstof nodig omdat het zo vaak gemaaid wordt. Stikstof speelt ook een grote rol bij het maken van bladgroen (chlorofyl). Dit bladgroen geeft het gras zijn groene kleur en maakt fotosynthese mogelijk. Wanneer het gehalte van stikstof te laag is, verkleurt het gras naar geel of bruin. Het wordt ook dunner en minder resistent tegen plagen en gazonziektes.
Fosfor (P)
Fosfor speelt een belangrijke rol bij de vorming van eiwitten en DNA van gras, de energievoorziening en een goede wortelgroei van het gras. Fosfor wordt dan ook vooral toegediend bij het begin van het groeiseizoen.
Zo worden de wortels sterker en groeien ze dieper. Het gras kan hierdoor bij een langdurige droogte water halen uit diepere bodemlagen. Een tekort aan fosfor komt sneller voor in zure grond en leidt tot een kleinere groei en paars- of roodverkleuring van de grasplant.
Kalium (K)
Kalium versterkt de celweefsels van het gras en bezorgt het zijn stevigheid. Het gras is op deze manier beter bestand tegen koude, droogte en gazonziektes zoals schimmels. Een hoog kaliumgehalte zorgt ook voor een indirecte werking tegen mos. De meeste najaarsmeststoffen bevatten dan ook meestal een verhoogd kaliumgehalte.
Bij gebrek aan kalium krijgt het gras geelbruine randen en gaat het sneller slap hangen, zeker wanneer het weinig water krijgt.
De juiste gazonmeststof kiezen, is niet evident. Er zijn namelijk veel soorten en formaten op de markt. Het belangrijkste is om de samenstelling van de meststof te bekijken. Deze bevat meestal minimaal één van de primaire voedingselementen die elke plant nodig heeft: stikstof, forsfor en kalium
Wat is een NPK-waarde?
De concentraties aan stikstof (N), fosfor (P) en kalium (K) verschillen per meststof. Om de gebruiker hierover te informeren, staan deze meestal vermeld op de verpakking van de meststof. Dit gebeurt onder de vorm van een NPK-waarde die aangeeft hoeveel stikstof, fosfor en kalium er in de meststof zit.
Zo betekent de NPK-waarde NPK 12-10-18 dat de meststof uit 12% stikstof, 10% fosfor en 18% kalium bestaat.
Welke NPK-samenstelling is het best voor een gazonmeststof?
De meeste universele tuinmeststoffen hebben een NPK-waarde van NPK 12-10-18. Deze samenstelling is namelijk geschikt voor de bemesting van alle planten. Men mag deze meststof dan ook gebruiken zowel in de border, in de moestuin als op het gazon.
In de lente kan gras evenwel meer stikstof gebruiken om te groeien. De samenstelling van een meststof voor een lentegazon schommelt dan ook vaak rond de NPK 9-4-7.
In het najaar heeft gras nood aan extra kalium om zich te versterken tegen de komende winterkoude. Meestal variëren de NPK-waardes van speciale najaarsmest dan ook rond NPK 8-4-15. Het is dan ook belangrijk steeds de samenstelling van een meststof goed te bekijken alvorens het toe te dienen.
Welke secundaire voedingselementen kan een gazonmeststof bevatten?
De secundaire elementen zijn:
Magnesium (Mg)
bevordert de fotosynthese en de vorming van bladgroenkorrels, waardoor het gras een mooie diepgroene kleur krijgt. Het bevat ook sporenelementen waardoor het gras sneller hersteld. Magnesium wordt dan ook vaak toegediend na het verticuteren.
Calcium (Ca)
maakt de grond minder zuur (hogere pH) en beter van structuur. Hierdoor kunnen voedingsstoffen beter worden opgenomen door het gras. Calcium versterkt ook de celwand van planten zodat ze steviger worden. Calcium wordt ook vaak toegediend in de vorm van kalk (korrels of poeder).
Zwavel (S)
is zeer belangrijk voor de vorming van eiwitten, aminozuren en enzymen. Het maakt het gras beter bestand tegen kou en verbetert het intern transport en zaadproductie van het gras. Zwavelbemesting gebeurt vooral in de landbouw.
Veel meststoffen combineren één of meerdere primaire elementen (stikstof, fosfor en kalium) met één of meerdere secundaire elementen en/of sporenelementen (sporen). Een tekort aan deze elementen zorgt voor minder gezonde planten.
Wat zijn sporenelementen?
Sporenelementen (ook spoorelementen genoemd) zijn voedingselementen die helpen bij de groei van de planten en de werking van bepaalde functies. Van deze elementen hebben planten maar kleine hoeveelheden nodig. Grote hoeveelheden kunnen zelfs nadelig zijn voor de plant.
Meestal zijn er genoeg sporenelementen in de bodem, maar bij zandgronden treedt er snel een tekort op doordat deze stoffen gemakkelijk wegspoelen. Een tekort aan sporenelementen kan bepaalde ziektes in de hand werken.
De sporenelementen zijn:
Ijzer (Fe)
is nodig voor de vorming van bladgroen. Ijzer wordt vaak toegevoegd aan een gazonmeststof omdat het helpt tegen de vorming van schimmels en mos.
Zink (Zn)
helpt bij de ontwikkeling van wortels en de vorming van groeistoffen zoals Auxine en Cytokine.
Mangaan (Mn)
is een essentiële bouwsteen van enzymen die belangrijk zijn voor de celdeling, fotosynthese en stofwisseling van planten.
Koper (Cu)
is belangrijk voor in de vorming van verschillende vitaminen, enzymen, eiwitten en koolhydraten in planten.
Molybdeen (Mo)
zorgt voor een goede opname van het voedsel en stikstofhuishouding in de plant.
Borium (B)
draagt bij bij meerdere stofwisselingsprocessen en transport in de plant.
Silicium (Si)
bouwsteen voor de celwanden en zorgt voor een goede weerstand tegen ziektes.
Enkelvoudige of samengestelde meststoffen?
Wanneer een meststof bestaat uit enkel 1 voedingselement (bijvoorbeeld fosfor), spreken we van een enkelvoudige meststof. Dit voedingselement wordt aangebracht bij een specifieke behoefte van het gras of van de bodem.
De meeste meststoffen zijn evenwel een combinatie van de 3 primaire voedingselementen, al of niet aangevuld met secundaire elementen of sporenelementen. Dit zijn dan ook samengestelde stoffen of mengstoffen. Elementen die vaak worden toegevoegd bij gazonmeststoffen zijn magnesium en ijzer om het gras een diepgroene kleur te bezorgen.
Sommige samengestelde meststoffen bevatten ook extra toevoegingen zoals anti-mos, onkruidverdelger, kalk, micro-organismen of een bodemverbeteraar. Deze handige all-in-one meststoffen zorgen dan niet alleen voor voedingselementen voor het gras maar pakken (soms preventief) veel voorkomende gazonproblemen aan.
Welke gazonmeststof kiezen: kunstmeststof of organisch?
Gazonmestsoffen kan je naar gelang zijn samenstelling opdelen in twee grote groepen: organische meststoffen en chemische kunstmeststoffen.
Chemische kunstmeststof (of minerale mest)
Zoals zijn naam het zegt, wordt kunstmeststof op een kunstmatige manier gefabriceerd. De grote voordelen van deze chemische mest is dat het goedkoop is en het zeer snel werkt. Door de hoge gehaltes aan stikstof, fosfor en kalium krijgt het gras dan ook een snelle groeischeut. Kunstmest is echter ook snel uitgewerkt. Na 3 à 6 weken moet je alweer opnieuw strooien en dit het hele seizoen door. Om dit tegen te gaan, bestaan er ook traagwerkende gecoate kunstmeststoffen. Deze beschikken over een dunne laag harscoating, waardoor de meststof minder snel vrijkomt. Een voorbeeld van kunstmeststof zijn de populaire roze en blauwe korrels voor de moestuin.
Organische meststof:
Om zich een organische gazonmest te mogen noemen, moet een meststof uit minstens 60% natuurlijke, organische grondstoffen bestaan. Deze mogen zowel van plantaardige als van dierlijke oorsprong zijn.
Naargelang de samenstelling onderscheiden we 2 soorten organische meststoffen:
-
100% organische meststoffen:
deze bestaan volledig uit organisch materiaal en worden ook wel natuurlijke of biologische meststoffen genoemd. Deze meststof werkt veel minder snel dan kunstmeststof maar geeft veel langer zijn voedingsstoffen af. De werkingsduur bedraagt er zo’n 3 tot 4 maanden (t.o.v. 3 à 6 weken bij chemische mest). Het gras krijgt dan ook de tijd om deze in kleine porties op te nemen.
Natuurlijke bemesting moet je dan ook maar 2 à 3 keer per jaar aanbrengen per jaar. Bovendien zorgen 100% organische meststoffen voor een vruchtbaar bodemleven en verbeteren ze de bodemstructuur. Door het geleidelijk vrijkomen van de voedingsstoffen is er bijna geen risico op verbranding van de graswortels of uitspoeling van de voedingsstoffen in de bodem.
Voorbeelden van 100% organische meststoffen: beendermeel, bloedmeel, vinasse, verenmeel, cacao, soja, vinasse, kieseriet, natuurfosfaat, algen en zeewieren.
Organisch-minerale mest
wanneer de 60% organische grondstoffen aangevuld worden met 40% kunstmest, spreken we van organisch-minerale meststof. Deze mest beschikt over zowel de voordelen als de nadelen van organische meststof en van zijn chemische variant.
Deze meststof werkt dan ook sneller dan 100% organische mest en geeft langer zijn voedingsstoffen af dan chemische mest.
Wat zijn de nadelen van kunstmest?
Geforceerde groei
Doordat kunstmest zeer snel oplost, zorgt het voor een groeispurt van het gras. Bij veelvuldig gebruik, kan dit het gras dan ook uitputten en het vatbaarder maken voor gazonziektes en plagen. Bovendien is werking van kunstmest van kortere duur zodat je sneller opnieuw moet beginnen.
Bevat veel zouten
Een tweede nadeel van kunstmest is dat het een hoge concentratie van minerale zouten bevat. Deze zouten trekken alle vocht naar zich toe waarmee ze in contact komen. Dit kan leiden tot verbranding van het gras. Het gazon vertoont dan gele, kale plekken die moeilijk te herstellen zijn. Ook het bodemleven (zoals regenwormen, schimmels en bacteriën) wordt aangetast door deze zouten en verdwijnt. Dit zorgt ervoor dat er minder zuurstof en minerale voedingsstoffen in de bodem opgeslagen worden. Je zal dan ook steeds meer meststof moeten aanbrengen om je gazon te voeden.
Spoelt gemakkelijk weg
Doordat kunstmest zeer snel oplost, komen in korte tijd veel voedingselementen vrij. De kans is dan ook groot dat het gras niet alles opneemt en het overschot van deze elementen wegspoelt. Dit is niet alleen jammer voor je portemonnee, maar ook zeer slecht voor het milieu. Deze chemische producten komen immers in het grond- of oppervlaktewater terecht. Het water in de sloten en rivieren wordt troebel en zelfs ons drinkwater wordt verontreinigd.
Wat zijn de nadelen van organisch meststoffen?
Het grootste nadeel van organische meststof is de prijs. Organisch meststof is duurder in vergelijking met kunstmeststof.
Organisch meststof is ook minder geschikt wanneer je snel resultaat wil zien. Het lost trager op zodat de werking trager verloopt, vooral bij koud weer. Te veel organisch materiaal kan bijdragen tot viltvorming in het gazon en schimmelvorming. De kans op overbemesting bij 100% organische mestsstoffen is evenwel quasi onbestaand.
Welke meststof mag je gebruiken bij een nieuw ingezaaid gazon of pas aangelegde graszoden?
Gebruik bij jong gras enkel 100% organische meststoffen of bij voorkeur organisch-minerale meststoffen. Het grote pluspunt van deze laatste is dat het nieuwe gras vanaf de start wordt gevoed doordat een deel van de voedingsstoffen zeer snel oplost. Bovendien geeft organisch-minerale mest ongeveer 3 maanden lang voedingstoffen af. Het gras krijgt dan ook de tijd om deze elementen op te nemen.
In de handel is ook aangepaste 'aanlegbemesting' verkrijgbaar die extra fosfor bevat. Fosfor helpt het gras om sterke en diepe wortels te ontwikkelen die de voedingstoffen en vocht diep in de bodem kunnen halen. Op deze manier wordt de grasmat sterk verankerd en is het goed gewapend tegen een droge zomer en veel beloop.
Gazontip
Vermijd kunstmest bij jong gras. Kunstmest bevat een zeer veel hoog stikstofgehalte die de jonge kiem zal verbranden. Bemest ook niet te vroeg en volgens de aangeduide hoeveelheden. Anders loop je risico om je nieuw ingezaaide gazon te verbranden.
Wanneer mag je een nieuw gazon bemesten?
Wacht om een nieuw gezaaid gazon te bemesten tot na de 3de of 4de maaibeurt indien de aanleg in het voorjaar gebeurt. Bij een nieuw gazon in het najaar doe je dit het best in het daaropvolgende voorjaar. Bij het doorzaaien (of bijzaaien) van nieuw gras in een bestaand gazon is bemesten en zaaien op dezelfde dag wel mogelijk.
Mag men tijdens het doorzaaien ook onmiddellijk bemesten?
Omdat bij het doorzaaien het nieuwe gras de concurrentie moet aangaan met reeds aanwezige grasplantjes, kan het extra voeding goed gebruiken. Vermijd hierbij het gebruik van een meststof met een hoog stikstofgehalte. Dit zou de jonge kiem verbranden en de bestaande grasplanten te snel doen groeien.
Welk type van bemesting mag men tijdens het doorzaaien gebruiken?
- Gebruik tijdens het doorzaaien bij voorkeur een organisch-minerale meststof. Deze meststof heeft als voordeel dat een deel van de voeding snel vrijkomt en een deel het wat geleidelijker aan doet. Zo worden de jonge grassprietjes reeds onmiddellijk na het kiemen ondersteund en dit gedurende 3 à 4 maanden lang.
- Een tweede mogelijkheid is om gelijktijdig bij het doorzaaien, fosfor toe te dienen. Door dit te doen, wordt de wortelgroei van het nieuwe gras gestimuleerd. De wortels van het nieuwe gras zullen sterker en dieper groeien zodat het gras beter de nodige voedingsstoffen en vocht zal kunnen opnemen. Een drietal weken na het toedienen van fosfor kan je het nieuwe gras dan voeden met een meststof die speciaal ontwikkeld is voor gazon.
Vaste meststoffen of vloeibare meststof?
Vaste gazonmeststof
Vaste meststoffen worden het meest toegepast bij gras. Dit komt doordat deze producten gemakkelijker zijn aan te brengen op grote oppervlaktes dan vloeibare meststof. Dit kan manueel of bij voorkeur met een strooiwagen, zodat je zeker bent dat dit gelijkmatig gebeurt. In tegenstelling tot de vloeibare meststoffen, moeten de vaste gazonmeststoffen eerst oplossen vooraleer ze hun voedingsstoffen vrijgeven. Daarom bemest je het best wanneer er regen op komst is of sproei je het gazon nadien goed nat. (Zie verder voor meer info over het beregenen). Naargelang de samenstelling van de meststof gebeurt het oplossen zeer snel (kunstmest) of geleidelijk aan (organische mest).
Gazontip
Vaste gazonmeststof is verkrijgbaar in verschillende vormen: korrels, kruimels of minigranulaten. Een korrel is een samenpersing van 1 of meerdere elementen en is groter dan een kruimel en een microgranulaat. Een kruimel is wat kleiner en ontbindt sneller dan een korrel. De afmeting van een microgranulaat liggen tussen 800 en 2500 micron en zijn hiermee de kleinste vaste meststoffen. Hierdoor kan je ze veel beter en gelijkmatiger over het gazon verdelen.
Vloeibare gazonmeststof
Vloeibare meststof wordt minder vaak gebruikt bij gras. Het grote voordeel van dit type meststof is dat de voedingsstoffen niet meer moeten oplossen zodat ze sneller opgenomen worden door de planten. Bovendien kan je een vloeibare meststof gemakkelijk mengen met extra elementen en zeer precies toedienen wanneer je gras specifieke noden vertoont.
Natuurlijk moet dit met kennis van zaken gebeuren. Het verdelen van vloeibare gazonmeststof gebeurt naargelang het product via een tuinslang of via een spuittoestel. Deze manier van toedienen, is dan ook minder handig bij grote oppervlaktes. Doordat vloeibare bemesting rechtstreeks op de plant wordt aangebracht, moet je ook extra aandacht schenken aan de weersomstandigheden. Extreme neerslag kan de meststof gemakkelijk wegspoelen, terwijl bij veel wind of hoge temperatuur de meststof kan vervluchtigen. Er is bovendien ook meer risico op verbranding van het gras. Bij vloeibare gazonmeststof is het dan ook zeer belangrijk om de werkwijze goed te volgen.
Welke type gazonmeststof gebruiken?
Er zijn heel wat gazonmeststoffen op de markt. Welk bemesting je het best gebruikt voor een gazon, hangt af van verschillende factoren:
- Het budget: In het algemeen is kunstmest goedkoper dan organisch mest. Vloeibare meststoffen zijn iets goedkoper dan de vaste.
- Staat van het gras: Is er veel mos of onkruid in je grastapijt? Is je gazon beschadigd of zelfs uitgeput? Of wil je net je pas ingezaaid gazon voeden? Voor elke nood kunnen specifieke voedingselementen een oplossing bieden.
- Maaitechniek: Wanneer een gazon wordt gemaaid met een mulchmaaier heeft het specifieke noden. Hiervoor zijn specifieke gazonmeststoffen verkrijgbaar.
- Bodemsituatie: Organische meststoffen zorgen voor een betere bodemstructuur en stimuleren het bodemleven. Er zijn ook samengestelde gazonmeststoffen verkrijgbaar met een bodemverbeteraar.
- Seizoen: Afhankelijk van het seizoen kan gras een hogere concentratie van een bepaald voedingselement gebruiken. Een voorbeeld hiervan is kalium dat vaak toegediend wordt in het najaar om het gazon winterklaar te maken.
- Werkingssnelheid: Indien je het gazon in het begin van de lente een snelle boost wil geven, is kunstmest aangewezen. Kunstmest bevat namelijk een zeer hoge concentratie van stikstof.
- Duurtijd: Organische mest heeft een lange werkingsduur (3 à 4 maanden) waarbij het zijn voedingsstoffen geleidelijk aan afgeeft. Kunstmest werkt veel minder lang.
- Risico’s overbemesting: Met een organische mest is er minder kans op verbranding van het gras dan met kunstmest. Dit is ook het geval bij een vaste meststof t.o.v. zijn vloeibare variant.
Gazontip
Net zoals de meeste planten haalt gras zijn noodzakelijke voedingselementen uit de bodem. Veel gazonproblemen worden dan ook veroorzaakt door bepaalde tekorten in de bodem. Daarom wordt een bodemanalyse aanbevolen. Hierdoor krijg je een goed inzicht in de status van de bodem: zuurtegraad, grondsoort, gehalte aan koolstof, humus en aanwezigheid van de belangrijkste voedingsstoffen. Aan de hand van deze analyse en de grassoort, weet je hoe je je gazon het best moet bemesten en bekalken.
Wat is het verschil tussen een meststof en een bodemverbeteraar?
Het grote verschil is dat een meststof de planten voedt, terwijl een bodemverbeteraar in de eerste plaats voor een vruchtbare bodem zorgt. En dat is belangrijk: veel gazonproblemen zijn het gevolg van een slechte bodemstructuur.
Een bodemverbeteraar bestaat uitsluitend uit natuurlijke materialen zoals turf, lava, kalk, compost of gedroogde dierlijke mesten. Nadat deze materialen in de toplaag van de bodem worden gebracht, breekt het bodemleven (wormen, bacteriën, schimmels, aaltjes …) deze af tot humus.
Die humuslaag zorgt ervoor dat de bodem voldoende zuurstof bevat en dat het vocht en de voedingsstoffen worden vastgehouden. Op deze manier bevordert humus de bodemstructuur en een vruchtbare bodem vormt de basis van gezond gras.
Gazontip
Bodemverbeteraars worden zeker aanbevolen bij arme grondsoorten zoals zandgrond of zware grondsoorten zoals klei. Een kleibodem wordt hierdoor wat losser en een zandbodem houdt water beter vast. Een bodemverbeteraar aanbrengen, kan zowel bij de aanleg, herstel als bij het onderhoud van een gazon.
Moet je kalk strooien als voorbereiding op het bemesten?
Gras houdt wel van een licht zure bodem (pH-waarde van 5,5 - 6,5) maar te zure grond belemmert een goede werking van de meststoffen. Het kan dan ook nuttig zijn om je gazon kalk te geven wanneer de pH-waardes niet goed zitten.
Om de pH-waarde van je gazon te kennen, zijn er pH-meters in de handel, maar het beste is om een bodemanalyse te laten uitvoeren. Zo weet je exact welke tekorten je bodem heeft en kan je je bemesting hieraan aanpassen. Let ook op dat je niet te veel kalk strooit. Een bodem die te veel wordt bekalkt, heeft meer bemesting nodig.
Moet je wachten met bemesten tot na het strooien van kalk?
Indien je kunstmest gebruikt, moet je na het strooien van kalk minimaal 4 weken wachten om meststoffen toe te dienen. Zo krijgt de kalk de tijd om het zuur in de bodem te neutraliseren zonder dat het de werking van de kunstmest verstoort.
Voor organische mest geldt dit niet: je mag het gazon zelfs op dezelfde dag bekalken als wanneer je organische meststof aanbrengt. Er zijn dan ook samengestelde gazonmeststoffen te koop die ook kalk bevatten.
Wanneer je gazon bemesten?
Met uitzondering van de winter mag je het gazon het hele jaar door bemesten. Tijdens de winter is het gras in een soort van winterslaap en heeft het dan ook geen voedingsstoffen nodig om te groeien.
Bemesten in het voorjaar
Vanaf maart-april mag je het gras een eerste keer bemesten. Het gras begint namelijk te groeien wanneer de temperatuur overdag meer dan 10 graden bedraagt. Door het gazon in het voorjaar te bemesten, geef je gras niet alleen de nodige voeding om te herstellen van de winter. Het gras krijgt hierdoor een mooie diepgroene kleur en wordt ook gestimuleerd om te groeien. Deze voorjaarsbemesting bevat dan ook extra stikstof (bijvoorbeeld NPK 12-3-5). Indien je kortwerkende kunstmest gebruikt, is deze na 3 à 6 weken uitgewerkt. Organische meststoffen zijn 3 à 4 maanden werkzaam.
Bemesten tijdens de zomer
Wanneer de meststoffen van het voorjaar in juni/juli zijn uitgewerkt, kan je je gazon een tweede keer bemesten. Deze bemesting is wel minder belangrijk dan tijdens het voorjaar en het najaar. Bemesten tijdens de zomer zorgt er vooral voor dat het gras gelijkmatig groeit en mooi blijft. Tijdens hete, zonnige en droge dagen wordt afgeraden extra meststof aan te brengen. Dit kan het gazon verbranden, zeker wanneer je kunstmest gebruikt. Er wordt dan ook aanbevolen om organische meststof met een langzame werking te gebruiken tijdens de zomer.
Bemesten in het najaar
De derde keer dat je het gazon meststof kan geven, is in het najaar. Dit kan vanaf eind augustus tot ten laatste oktober. Door dit te doen, maak je je gazon winterklaar. Afgehard gras is niet alleen weerbaarder tegen de winterkou en gazonziektes (zoals sneeuwschimmel), maar zal ook sneller herstellen van vorst, sneeuw en dooi. In een najaarsbemesting is dan ook bij voorkeur een verhoogd kaliumgehalte aanwezig. Extra magnesium en ijzer garanderen dan weer de hele winter lang een blijvende diepgroene kleur. Vanaf het najaar mag indien nodig ook kalk op het gazon worden gestrooid om het volgende tuinseizoen voor te bereiden. Hiervoor wordt wel een bodemanalyse aangeraden.
Hoe moet je een gazon bemesten?
Hoe je meststoffen moet aanbrengen, hangt in eerste instantie af van of het vloeibare of vaste meststoffen zijn.
Vloeibare meststoffen
Naargelang het product worden vloeibare meststoffen via een tuinslang of via een drukspuit aangebracht. Op deze manier kan je dan ook zeer precies te werk gaan. Voor grote oppervlaktes vergt dit evenwel heel wat werk.
Vaste meststoffen
Het strooien van vaste meststoffen is gemakkelijker dan het toedienen van vloeibare meststoffen en wordt dan ook het meest toegepast bij gazons. Dit kan met de hand of bij voorkeur met een strooiwagen. Zo ben je zeker dat de meststoffen mooi gedoseerd over het hele gazon worden verspreid.
Wanneer het bemesten manueel gebeurt, is het moeilijker om na te gaan of je de gazonmest gelijkmatig over de hele oppervlakte hebt verdeeld. Wanneer de verdeling ongelijkmatig gebeurt, zal je gazon plekken vertonen. Gras dat weinig bemesting kreeg, zal lichtgroen kleuren en minder snel groeien. Op plaatsen met te veel meststof zal het gras sneller groeien en is het groener. Bij overbemesting kan dit zelfs tot verbranding leiden en zal het gras geel tot bruin verkleuren.
Gazontip
Geef gras dat in de schaduw ligt (minder dan 4 uur per dag zonlicht) ongeveer de helft minder meststoffen dan gras dat in de volle zon groeit. Gras dat minder licht krijgt, zal namelijk minder snel groeien en kan dus minder meststoffen gebruiken.
Welke strooiwagen gebruiken om je gazon te bemesten?
Een strooiwagen is een handig hulpmiddel bij het strooien van vaste meststof. Bovendien kan deze achteraf ook nog dienen bij het verdelen van (gras)zaden, kalk, zand of bij het strooien van zout op het voetpad tijdens de winter. Hierbij heb je de keuze tussen 2 types: roterende (of rotatieve) meststrooiers en droppers (dropspreaders).
Roterende strooiwagen
Bij een roterende meststofstrooier gebeurt de verdeling van de meststoffen aan de hand van een schijf die ronddraait wanneer je de strooier vooruit beweegt. Hoe sneller je beweegt, hoe sneller de schijf ronddraait en hoe verder de meststoffen worden uitgestrooid. Dit gebeurt over 180 graden en tot 2 à 3 meter ver. Met een roterende strooiwagen strooi je dan ook snel en een groot oppervlak in één keer. Doordat deze strooiwagen niet zo precies werkt, hoef je niet nauwkeurig in rechte banen te lopen.
Dropper (dropspreader)
In tegenstelling tot een roterende strooiwagen, werkt een dropper met een nauwkeurige precisie. De meststoffen vallen hier namelijk rechtstreeks op de grond. De strooibreedte is beperkt tot de afstand tussen de wielen (+/-45 cm). De snelheid waarmee je loopt, heeft hier geen invloed op de afstand. Omdat de mestverdeling zeer nauwkeurig gebeurt, is het wel belangrijk om steeds in rechte banen te lopen en dit zonder overlap. Een dropper is vooral geschikt voor kleinere oppervlaktes.
Hoe bemesten met een strooiwagen?
Bij het verdelen van de meststof, is de juiste afstelling van de strooiwagen van groot belang. Een simpele truc om dit te na te gaan, is om een folie van 1 m² op het gras te leggen en hierover te rijden met de gevulde strooiwagen. Nu kan je de hoeveelheid van meststof die uitgestrooid werd op de folie afwegen, zodat je weet of je de strooihoeveelheid hoger of lager moet afstellen om de aanbevolen hoeveelheid te verkrijgen.
Gebruik zeker nooit te veel mest, want overbemesting kan ernstige schade aan je gazon verrichten. Volg de aanwijzingen en hoeveelheden die op de verpakking vermeld staan goed op.
Gazontip
Om de mest gelijkmatig te verdelen via een meststofstrooier, strooi je het best in de 2 richtingen van het gazon. Verdeel eerst de helft van de meststoffen in de lengte van het gazon, om daarna de tweede helft in de breedte te verdelen.
Bemest je het best op een droog of een nat gazon?
Bemesten doe je bij voorkeur op een bewolkte dag wanneer er regen op komst is. Doe dit zeker niet in volle zon, want anders is de kans op verbranding zeer groot, zeker wanneer je kunstmest of organisch-minerale meststoffen gebruikt.
Ook bemesten op nat gras kan leiden tot brandplekken in het gazon. Een deel van de kunstmest blijft dan namelijk aan het natte gras kleven en begint na contact met het vocht op te lossen. Hierop trekt de chemische mest alle vocht van het gras naar zich toe en blijft er alleen geel gras over.
Bij 100% organische meststoffen is er zeer weinig kans op verbranding, maar ook hier gebeurt dit best op een droge dag. Op een droog gazon is er meer kans dat de meststoffen op de gewenste plek terecht komen.
Waarom moet je een gazon besproeien nadat je het hebt bemest?
Na het het strooien van vaste meststoffen is het zeer belangrijk om het gazon goed te besproeien. Dit kan met de tuinslang op een fijne sproeistand of met een roterende tuinsproeier. Zo boots je een malse regenbui na. Die ‘regen’ zorgt ervoor dat de meststof niet aan het gras blijft plakken en dat de voedingsstoffen in de bodem kunnen dringen.
De meststoffen moeten namelijk volledig opgelost zijn voordat de zon erop gaan schijnen. Let er wel op dat je het gazon niet te nat maakt, zodat het opgedroogd is voordat de nacht valt. Anders werk je mogelijks schimmelvorming in de hand.
Hoe lang moet je een gazon besproeien nadat je het hebt bemest?
Hoe lang je het gazon moet beregenen, hangt vooral af van de temperatuur en van de ondergrond van je tuin. Bij een zanderige ondergrond zakt het water snel weg, zodat je lang mag sproeien. Klei houdt het water dan weer zeer goed vast. Hier zal de bodem dan ook niet snel uitdrogen en hoef je ook veel minder lang te sproeien.
Gazontip
Zorg ervoor dat niemand het gazon betreedt 24 uur na het bemesten. Sommige chemische producten kunnen namelijk een risico voor de gezondheid van mensen en/of dieren vormen. Lees voordat je bemest ook de bijsluiter van de meststof. Meststoffen kunnen agressieve stoffen bevatten die huid- en oogirritaties kunnen veroorzaken. Ze kunnen ook vlekken maken op tuinpaden, terras, tuinmateriaal of kleding. Draag dus aangepaste beschermingsmiddelen zoals handschoenen, gesloten schoenen of een mondmasker tijdens het verwerken en aanbrengen van mest. Berg de meststoffen achteraf ook zorgvuldig op buiten het bereik van kinderen.
Laat je het bemesten liever over aan een echte gazonexpert? Klik hier & contacteer een tuinaannemer gespecialiseerd in gras uit jouw buurt.
Blijf steeds op de hoogte
Met de gazonkalender en onze maandelijkse gazonupdates blijf jij steeds op de hoogte van wat er moet gebeuren in jouw tuin!
Schrijf je in voor de maandelijkse gazonupdates en zie je gazon tot leven komen.
Meer gazonverzorging?
Je gazon...
Over gazon