Terug naar het overzicht
Ongedierte bestrijden

Ongedierte in het gras

Insecten en ander ongedierte kunnen een gazon heel wat schade toebrengen. Zo vreten emelten, engerlingen en rouwvlieglarven de graswortels op en ontsieren mollen het gazon door molshopen te maken. Ook mieren kunnen heel wat last met zich meebrengen wanneer de kolonie te groot wordt.

Het is dan ook belangrijk om snel in te grijpen wanneer er grasschade optreedt. Hieronder vind je een overzicht van het meest voorkomende ongedierte, hoe je ze kan herkennen en hoe je ze kan bestrijden.

ENGERLINGEN

Engerlingen zijn larven van kevers die behoren tot de familie bladsprietkevers, waarvan de meikever de bekendste is. De engerlingen van de rozenkever (ook Johanneskever genoemd) verrichten evenwel de meeste schade.

Deze kevers vermenigvuldigen zich door eieren te leggen. Dit gebeurt in de bodem op een diepte van 10 à 25cm. De larven verblijven dan 1 of 4 jaar in de bodem tot ze zich verpoppen.

De duur van het larvestadium is afhankelijk van het klimaat en van de keversoort. De engerling van de rozenkever heeft een éénjarige levenscyclus, deze van de junikever een tweejarige en de larven van de meikever blijven drie jaar onder de grond.

Bladsprietkevers

  • Junikever (Amphimallon solstitiale): vaak in grasvelden op droge zandbodems te vinden.
  • Julikever (Polyphylla fullo): grassen in de kustgebieden
  • Meikever (Melolontha melolontha): grasvelden, boomkwekerijen en tuinen
  • Mestkever (Geotrupidae): meestal in weides en grasvelden
  • Rozenkever of Johanneskever (Phyllopertha horticola): meestal in grasvelden
  • Roestbruine bladsprietkever (Serica brunnea): vaak onder heesters te vinden
  • Sallandkever (Hoplia philanthus): komt voor in gazons en sportvelden

Hoe engerlingen herkennen?

Engerlingen zijn gekromde larven met een dik, zakvormig achterlijf. Hun kop is oranjebruin en duidelijk zichtbaar, en hun lijf is geelwit. De larven hebben 6 poten en zijn ongeveer tussen de 2 en 4 centimeter groot.

In tegenstelling tot andere grasetende larven zoals emelten komen engerlingen nooit naar de oppervlakte. Tijdens de wintermaanden graven de meeste engerlingen zich in tot een diepte van 20 à 30 cm in de grond. Vanaf eind april tot juni verschijnen de ontpopte jonge kevers uit de grond.

Foto: Gazonexpert Joris uit Lo (West-Vlaanderen)
Foto: Gazonexpert Joris uit Lo (West-Vlaanderen)

Welke schade richten engerlingen aan in je gazon?

Engerlingen voeden zich met plantenwortels. In het begin zijn dit enkel de haarwortels van het gras, maar later wordt de volledige graswortel aangetast. Hierdoor oogt het gras tijdens het voorjaar op sommige plaatsen minder fris en krijgt het hier en daar geelbruine sprieten. Tijdens de zomer kunnen de engerlingen zelfs zoveel schade aanrichten aan de graswortels dat het gras stopt met groeien. 

Bij een zware aantasting komen de graszoden helemaal los te liggen. Je kan dan de grasmat optillen en de engerlingen zien rondkruipen. Uiteindelijk zal het gras verdrogen en afsterven, waardoor er lelijke, dorre plekken in het gazon ontstaan.  Een ander teken dat je met een plaag zit, is wanneer er vaak groepen vogels op je gazon neerstrijken en in het gras prikken. Merels, spreeuwen, kaaien, roeken en kraaien zijn verzot op deze larven en kunnen tijdens hun zoektocht veel schade aan je grasmat berokkenen.

Engerlingen kunnen heel wat schade berokkenen aan een gazon. Foto: Advanta Seeds
Engerlingen kunnen heel wat schade berokkenen aan een gazon. Foto: Advanta Seeds

Hoe engerlingen bestrijden?

Kalkstikstof (kalkcyanamide)

Na het verbod op de chemische bestrijdingsmiddelen tegen emelten, wordt soms kalkstikstof ingezet tegen engerlingen. Kalkstikstof is een korrelvormige meststof op basis van een verbinding tussen kalk en stikstof die een aantal voordelen heeft. Eén van deze voordelen is dat het plaagdieren zoals emelten, engerlingen en ritnaalden doodt. Ook mollen en slakken houden niet van dit product en blijven er dan ook van weg.

Het gebruik van deze meststof kent echter ook heel wat nadelen. Het verstoort namelijk het bodemleven en is heel giftig voor bijen en matig giftig vogels. Bovendien kan het ernstige schade aanrichten aan je gazon door verbranding (bij te hoge dosis of verkeerde weersomstandigheden). Met dit middel moet er dan ook extra voorzichtig worden omgegaan.

Engerlingen in het gazon kan je bestrijden via het aanbrengen van aaltjes. Foto: Gazonexpert.be
Engerlingen in het gazon kan je bestrijden via het aanbrengen van aaltjes. Foto: Gazonexpert.be

Sinds enkele jaren zijn chemische middelen niet langer toegelaten voor de bestrijding van engerlingen. Je kan ze wel op een biologische manier bestrijden door aaltjes (of nematoden) in te zetten. 

Aaltjes

Aaltjes zijn microscopisch kleine (0,3 tot 0,7 mm) rondwormpjes die van nature in de bodem leven. Ze zijn de natuurlijke vijand van insectenlarven en gaan er dan ook actief naar op zoek. Deze parasieten dringen de engerlingen binnen, infecteren ze met een bacterie en voeden zich met de larve tot deze sterft. Hierna vermenigvuldigen de aaltjes zich om op zoek te gaan naar een nieuw slachtoffer.

De aaltjes blijven aanwezig in de bodem zolang zij voedsel kunnen vinden. Dit kan tot zes weken na de behandeling duren, waarna de aaltjes weer verdwijnen. Het inzetten van aaltjes lukt het best bij jonge larven. Oudere, grotere larven zijn op deze manier moeilijker te bestrijden. Bij een grotere infectie kan een verhoging van het aantal aaltjes helpen.

Gazontip

Er zijn verschillende soorten aaltjes. De aaltjessoort die wordt ingezet tegen engerlingen is de Heterorhabditis bacteriophora. Deze soort is werkzaam tegen de larven van de volgende keversoorten: mestkever, bladsprietkever, sallandkever, rozenkever, taxuskever, snuitkever, meikever, junikever en laurierkerskever.

Hoe aaltjes aanbrengen?

Aaltjes worden verkocht in een poeder dat je moet verdunnen en mengen in lauw water, waarna je het kunt aanbrengen op je gazon met een gieter of een sproeier. Nematoden zijn erg gevoelig voor zonlicht, dus je zet ze best uit in de vroege ochtend of in de avond, zeker niet wanneer de zon fel schijnt. Opdat de aaltjes zich gemakkelijker in de grond kunnen verplaatsen, belucht je best ook eerst de grond voordat je ze uitzet.

Ook belangrijk is dat de bodem niet uitdroogt. Besproei het gazon dan ook regelmatig tot tenminste 2 weken na de behandeling. De grond hoort vochtig te zijn, maar niet drijfnat. Aaltjes hebben een minimale bodemtemperatuur nodig van 12°C. Best wordt de behandeling in 2 keer uitgevoerd: de eerste keer begin mei en de tweede keer begin augustus. Op deze manier pak je zowel de bestaande als eventuele nieuwe engerlingen aan.

Het aanbrengen van aaltjes gebeurt via een gieter of een sproeier. Foto: Birchmeier Aquanemix
Het aanbrengen van aaltjes gebeurt via een gieter of een sproeier. Foto: Birchmeier Aquanemix

Hoe engerlingen voorkomen?

Engerlingen komen vaker voor in een tuin met weinig biodiversiteit waardoor er de natuurlijke vijanden van de verschillende kevers (zoals de mezen, kraaien, uilen,...) niet aanwezig zijn. 

  • Plant verschillende soorten heesters, hagen, bloemen en bomen in je tuin
  • Kies voor sterk geurende planten zoals knofloof en citroenkruid
  • Maai je gazon regelmatig
  • Verticuteer 1 à 2 keer per jaar en belucht regelmatig zodat de kevers andere oorden opzoeken om hun eieren te leggen
  • Vang de volwassen kevers om een nieuwe generatie van engerlingen te voorkomen

 

Meikevers

Vanaf mei kan je een val plaatsen voor de vliegende meikevers. Plaats hiervoor vanaf eind april enkele lampen met daaronder een bak met water en zeep of een scheutje afwasmiddel. Aangetrokken door het licht, zullen de kevers ’s nachts in het water vallen en verdrinken. De zeep zorgt ervoor dat de oppervlaktespanning van het water gebroken wordt, en dat de zijkanten van je bak gladder worden. Hierdoor zullen de kevers sneller zinken en minder lang lijden. Haal ieder dag de verdronken kevers uit de bak, zodat je weet hoe lang je de val moet laten staan.

Rozenkevers

In de handel zijn feromoonvallen voor rozenkevers (Johanneskevers) verkrijgbaar. Deze vallen bevatten een vrouwelijke lokstof waardoor de mannelijke rozenkevers aangetrokken worden. Daarna komen ze via een trechter in de val terecht. Deze rozenkeverval hang je best tijdens de maanden april en mei op een maximale hoogte van 60 cm. De rozenkever begint pas met vliegen nadat de eerste eitjes al in het gazon gelegd zijn. Wanneer je dus rozenkevers in je val hebt zitten, weet je dat er ook eitjes onder de grond zitten. Dit kan dus als signaal dienen dat je eventueel aaltjes zult moeten inzetten om de engerlingen tegen te gaan.

EMELTEN

Emelten zijn de larven van de langpootmug. Wereldwijd zijn er meer dan 1000 soorten langpootmuggen, maar in België en Nederland zijn er ongeveer 50. De meest voorkomende soorten in België en Nederland komen uit de Tipula-familie, waarbij vooral Tipula paludosa (de weidelangpootmug) en Tipula oleracea (koollangpootmug) de bekendste zijn.

Volwassen langpootmuggen brengen geen schade toe aan gras of andere planten. Ze voeden zich met nectar en leven maar enkele dagen om zich voort te planten. Na de paring legt het vrouwtje haar eitjes op afzonderlijke plekken in het gras. Doordat dit er tussen de 300 en 400 per keer zijn, kunnen de larven al snel een ware plaag vormen.

Hoe emelten herkennen?

Net zoals de engerlingen leven emelten voornamelijk onder de grond. Het zijn grijsgrauwe larven van 2 à 5 centimeter groot. Ze lijken een beetje op kleine, mollige wormen of rupsen, hebben geen poten en ook geen duidelijke kop of staart. De larven houden zich overdag vrij oppervlakkig schuil twee à drie centimeter onder de grond. ’s Nachts komen ze, in tegenstelling tot de engerlingen, naar boven om zich te voeden met het groen van de planten. Emelten zijn het actiefst in het voorjaar, maar ook in de nazomer kunnen ze voorkomen.

Emelten zijn de larven van de langpootmug en voeden zich met gras. Foto: Advanta Seeds
Emelten zijn de larven van de langpootmug en voeden zich met gras. Foto: Advanta Seeds

Gazontip

Indien je wil nagaan of je gazon met emelten of engerlingen zit, kan je de volgende truc toepassen. Besproei een kale plek in je gazon en leg er een zwarte plasticfolie op. Wanneer je de volgende ochtend de folie weghaalt, liggen de emelten of engerlingen bloot op de grasbodem.

Welke schade richten emelten aan in je gazon?

Emelten vreten zowel de graswortels als het gras zelf. 's Nachts komen ze namelijk naar het oppervlak om van de bovengrondse delen van de grasplant te eten. Ze houden vooral van jonge grassprietjes die ze in hun hol in de grond trekken. Het gras sterft af, er ontstaan kale plekken en de graszode komt soms ook los te liggen.

Ook vogels zoals kraaien en roeken kunnen het gazon beschadigen, wanneer ze op zoek gaan naar emelten. Ze pikken de larven namelijk uit het gras, maar maken hierbij ook de grasmat kapot.

Op zoek naar emelten maken vogels vaak een ravage van een gazon
Op zoek naar emelten maken vogels vaak een ravage van een gazon

Hoe emelten bestrijden?

In het verleden waren er een aantal chemische middelen tegen emelten beschikbaar, maar die zijn niet langer toegelaten. Emelten kan je gelukkig nog op een andere wijze bestrijden door middel van aaltjes of via kalkstikstof.

Soms gebeurt het ook dat het probleem vanzelf verdwijnt. Emelten kennen een cyclus van ongeveer 7 jaar. In die laatste periode komen de larven zeer dicht op elkaar te leven en kan het TIV-virus optreden. Deze virusziekte die voluit ‘Tipula Iridescens Virus’ heet, verspreidt zich door middel van emelten die elkaar (dood)bijten. Uiteindelijk kan dit virus de ondergang betekenen van de emelten plaag in uw gazon.

Aaltjes tegen emelten

Net zoals bij engerlingen kan je emelten het best bestrijden met aaltjes (nematoden). Deze minuscule bodemorganismen (0,3 tot 0,7 mm) worden aangebracht via een gieter, waarna ze in de bodem op zoek gaan naar emelten. De nematoden dringen hierna de larven binnen en doden ze door bepaalde bacteriën af te scheiden. Nadat ze de emelt hebben opgegeten, vermenigvuldigen de aaltjes zich en gaan ze op zoek naar nieuwe slachtoffers. Wanneer alle emelten gedood zijn, hebben de aaltjes geen voedingsbron meer en verdwijnen zij ook uit de bodem. Dit is meestal zes weken na de behandeling.

Aaltjes kan je online en bij de meeste tuincentra bestellen
Aaltjes kan je online en bij de meeste tuincentra bestellen

Gazontip

De nematoden die worden ingezet tegen emelten, heten Steinernema carpocapsae. Deze aaltjessoort wordt ook gebruikt tegen andere insectenplagen (zoals buxusmot, veenmollen, ...) maar zijn een andere soort dan deze die worden ingezet tegen de engerling.

Wanneer aaltjes tegen emelten gebruiken?

Emelten kunnen al vanaf het voorjaar met aaltjes worden bestreden, op voorwaarde dat de bodemtemperatuur niet lager is dan 8 graden. Toch wacht je het best tot het wat warmer wordt, want hoe hoger de temperatuur, hoe efficiënter de nematoden zullen werken.

De beste periode is 2 weken nadat de langpootmuggen uitvliegen en hun eitjes leggen, wat in de praktijk meestal begin augustus is. Rond deze tijd bevinden de emelten zich nog in het eerste larvale stadium, waardoor ze gemakkelijker gedood worden door de aaltjes. Hoe ouder de larven worden, hoe minder kans dat de nematoden ze kunnen vernietigen. Dit bestrijdingsmiddel is helemaal natuurlijk en 100% onschadelijk voor mens, dier en milieu.

Kalkstikstof (kalkcyanamide)

Soms wordt ook kalkcyanamide naar voren geschoven als bestrijdingsmiddel tegen emelten. Deze stikstofrijke meststof heeft namelijk als nevenwerking dat het ook een groot deel van het bodemleven doodt. Het werkt dus niet alleen tegen emelten, maar ook op het overgrote deel van insecten, schimmels, bacteriën en aaltjes in de bodem. 

Naast deze niet-selectieve werking, heeft kalkcyanamide ook als nadeel dat het giftig is voor de bijen en vogels. Het moet ook zeer nauwkeurig worden toegepast, want anders kan dit leiden tot een verbrand gazon.

Hoe emelten voorkomen?

De langpootmug houdt vooral van lang gras en van het vilt tussen de grasplantjes. Indien je niet wil dat het vrouwtje eitjes legt in je gazon, moet je er dan ook voor zorgen dat het gras minder aantrekkelijk is.

Maai je gras kort in de periode van augustus tot half september. Verticuteer je gazon ook 1 à 2 keer per jaar zodat alle vilt en onkruid uit je grasmat is verwijderd.  Belucht tenslotte regelmatig je grasmat, zodat je een goede wortelgroei van het gras kunt promoten en dat het water en meststoffen goed in de bodem kan binnendringen.

ROUWVLIEGLARVEN

De rouwvlieglarven zijn, zoals de naam het al zegt, de larven van de rouwvlieg (Sciaridae). Een rouwvlieg is eigenlijk geen echte vlieg, maar een niet-prikkende mug. Men spreekt dan ook wel eens over een rouwmug of een varenrouwmug.  Deze kleine mug (4 à 5 mm) heeft een zwarte kleur met lange antennen en doorzichtige vleugels. De rouwvlieg wordt al gauw eens met een fruitvliegje verward, nochtans zijn fruitvliegjes wat groter en hebben ze een lichtere kleur en rode ogen.

Het vrouwtje van de rouwvlieg legt haar eitjes in de toplaag van een grasland. Haar voorkeur gaat uit naar een humusrijke, vochtige grond. Daar legt ze gemiddeld 70 à 200 eitjes op één plaats. De larven leven dan ook in grote groepen in de grond, waar ze heel wat schade kunnen aanrichten aan het gras.

Hoe rouwvlieglarven herkennen?

De larven van de rouwvlieg hebben een lang, doorzichtig of grauwbruin lichaam van maximaal 1 cm lang. Ze hebben geen poten en lijken hierdoor een beetje op emelten.

Het grote verschil met emelten is dat de rouwvlieglarven een duidelijke, zwartbruine kop hebben die ze kunnen intrekken. Kenmerkend voor de rouwvlieglarven is dat ze steeds in groep leven. Je kan ze dan ook soms bovengronds als een nest larven waarnemen rond een plant. Er bestaan twee generaties rouwvliegen per jaar: de eerste generatie van eind april tot juni en de tweede generatie van half augustus tot half september.

Rouwvlieglarven kan je gemakkelijk herkennen aan hun zwartbruine kop. Foto: Advanta Seeds
Rouwvlieglarven kan je gemakkelijk herkennen aan hun zwartbruine kop. Foto: Advanta Seeds

Gazontip

Om vast te stellen of er rouwmuglarven in de grond zitten, kan je de volgende test toepassen. Steek enkele dunne schijfjes aardappel in de grond. Na enkele dagen zal er schimmel op de schijfjes groeien en dit zal de rouwmuglarven aantrekken. Gebruik een vergrootglas om de schijfjes te controleren. De larven zijn zeer klein en vaak doorzichtig. Meestal zit maar één larve op één schijfje.

Welke schade richten rouwvlieglarven aan in je gazon?

Rouwvlieglarven voeden zich eerst met rottend plantaardig materiaal zoals afgestorven bladeren, grasresten en schimmels. Wanneer de larven te talrijk zijn, dan vreten ze ook aan levende planten zoals gras. Hierbij richten ze zich vooral op de wortels en de wortelhals van het gras, waardoor het groeipunt van het gras afsterft. Bij een ernstige plaag kan er vanaf de herfst stukken gras los komen te liggen en ontstaan er grote kale plekken in het gazon.

Doordat de rouwvlieglarven de grasplantjes verzwakken, zijn deze vatbaarder voor gazonziekten. Het is dan ook belangrijk om de rouwvlieglarven te bestrijden.

Hoe rouwvlieglarven bestrijden?

Wanneer aaltjes tegen rouwvlieglarven gebruiken?

De rouwvlieglarven kunnen het best worden bestreden in de periode van juni tot oktober. Om te voorkomen dat de larven gaan verpoppen, kan je dit al vanaf maart doen. De enige voorwaarde is dat de bodemtemperatuur hoger is dan 6°C. Het uitzetten van de nematoden gebeurt op dezelfde manier als bij de engerlingen en emelten.

Het aanbrengen van aaltjes is een milieuvriendelijke manier om gazonongedierte te bestrijden.
Het aanbrengen van aaltjes is een milieuvriendelijke manier om gazonongedierte te bestrijden.

Gazontip

Er zijn verschillende soorten aaltjes of nematoden. De nematoden die worden ingezet tegen rouwvlieglarven zijn de Steinernema feltiae.  Deze bestrijdt zowel de larven en poppen van de rouwmug als deze van de taxuskever. De nematoden die engerlingen en emelten bestrijden, horen tot een andere soort. 

Roofmijt tegen rouwvlieglarven

Een andere natuurlijke vijand van de rouwvlieglarve is de roofmijt Stratiolaelaps scimitus (vroeger bekend als Hypoaspis miles).

Deze roofmijt is een klein spinachtig beestje met een afmeting van 1 mm. Het leeft van nature in de bovenste grondlaag en voedt er zich met bodeminsecten en mijtensoorten. De Stratiolaelaps scimitus eet zowel de eitjes, larven als poppen van de varenrouwmug. Hij richt zich vooral tot de kleinere larven, de volwassen exemplaren laat hij ongemoeid. Deze roofmijt is dan ook vooral geschikt als preventief middel tegen de varenrouwmug.

Het uitzetten van de roofmijten gebeurt door deze uit te strooien op de plaatsen waar de larven voorkomen. Dit gebeurt het best wanneer de bodem warmer is dan 15°C en wanneer de lucht zeer vochtig is. De optimale temperatuur voor de ontwikkeling van de roofmijt is tussen de 20 tot 30°C.

Mierenpoeder

Ook mierenpoeder wordt soms gebruikt tegen rouwvlieglarven. De korrels of het poeder los je op in water en giet je op de plaats waar de larven zijn. Van mierenpoeder bestaan er zowel biologische als chemische varianten, dus het spreekt voor zich dat de biologische middelen worden aanbevolen.

Weghalen van de larven

Doordat de rouwvlieglarven in één groep leven en in de bovenste 5 cm van de bodem zitten, kan je ze ook gewoon afgraven en wegvoeren. De kale plek in het gazon kan je in het najaar herstellen door het gazon tijdens het najaar door te zaaien.

Aaltjes tegen rouwvlieglarven

Net als bij emelten en engerlingen kan je rouwvlieglarven op een natuurlijke manier bestrijden met aaltjes of nematoden. De microscopisch kleine nematoden (0,3 tot 0,7 mm) gaan in de bodem actief op zoek naar de rouwvlieglarven.

De nematode kruipt daarna de larve binnen en infecteert ze met bacteriën die de larven verdoven en doden. Uit die dode rouwvlieglarven ontstaan nieuwe nematoden die de zoektocht naar rouwvlieglarven verderzetten.

Voorkomen van rouwvlieglarven

Naast het bestrijden van de larven, is het ook goed om de oorzaak aan te pakken. De plaats waar rouwmuggen hun eitjes leggen, berust namelijk niet op toeval. Rouwmuggen houden van een vochtige omgeving met veel organisch materiaal.

Je kan dus best de volgende zaken aanpakken om een nieuwe plaag van rouwvlieglarven te voorkomen:

  • Een aangepaste bemesting toedienen
  • Weghalen van afgevallen bladeren van het gazon
  • 1 à 2 keer per jaar verticuteren om de organische laag tussen de grasstengels te verwijderen
  • Beluchten om de drainage van de bodem te verbeteren
  • Aanrollen van het gazon om het contact tussen de graswortels en de bodem te verbeteren
  • Het gras in het najaar maaien zodat het niet te lang is tijdens de winter

VEENMOLLEN

In tegenstelling tot wat zijn naam doet vermoeden, is de veenmol (Gryllotalpa gryllotalpa) geen mol. Het is een groot krekelachtig insect dat grotendeels in de bodem leeft. Andere namen zijn aardkreeft, aardkrekel of molkrekel.

Deze soort leeft vooral in vochtige weilanden, veengrond en tuinen die grenzen aan sloten en waterpoelen. In België en Nederland zijn veenmollen redelijk zeldzaam.

Veenmollen zijn best wel zeldzaam

In België en Nederland zijn veenmollen alleen maar aanwezig in enkele regio’s. Daar kunnen ze wel talrijk voorkomen.

  • In Vlaanderen: een deel van de Kempen en langs de Beneden-Dijle, de Rupel en de Beneden-Schelde.
  • In Wallonië: rond de stad Mons en in de Gaumestreek
  • In Nederland: in Zuid-Holland en Zeeland.

Hoe veenmollen herkennen?

  • Duidelijke graafpoten

De veenmol heeft een roodbruine kleur en is zacht behaard. Volwassen meet hij tussen 3,5 cm en 5 cm en is daarmee één van de grootste insecten die in West-Europa voorkomt. Opvallend bij de veenmol zijn de stevige voorpoten die op deze van een echte mol gelijken. Met deze poten kan een veenmol dan ook razendsnel hele gangenstelsels in de grond graven. Veenmollen kunnen ook zwemmen en zelfs vliegen, meestal op warme avonden. De voorvleugels van de veenmol zijn vrij kort terwijl de achtervleugels lang zijn, zoals het bij krekels gebruikelijk is. Een veenmol mag dan wel op een grote krekel lijken, springen doet hij niet.

  • Het gezang van veenmollen

Je kan veenmollen in de schemering van de avond tijdens de maanden mei en juni ook herkennen aan hun gezang. Net als sprinkhanen en krekels maken de mannetjes dan een tjirpend geluid. Deze zogenaamde baltszang bestaat uit een laag en monotoon getril. Zo proberen ze vanuit hun ondergrondse holletjes vrouwtjes te lokken.

Welke schade kunnen veenmollen aan je gazon aanrichten?

In hun zoektocht naar voedsel graven veenmollen gangen in de grond, waarbij ze vreten aan de wortels die in de weg zitten. Vooral jonge wortels en zelfs stengels vinden ze heerlijk. Het gebeurt dan ook regelmatig dat ze jonge zaailingen omver woelen en opeten.

Ook tijdens het bouwen van een nest zorgt dit insect voor schade. Het vrouwtje knaagt namelijk alle planten boven het nest weg zodat de zon de eitjes goed kan opwarmen. Je kan een nest dan ook gemakkelijk vinden dankzij de gele, droge plekken in de grasmat en kleine hoopjes aarde door het graafwerk van de veenmollen. Veenmollen zijn het meest actief vanaf eind april tot en met mei.

Hoe veenmollen bestrijden?

Aaltjes tegen veenmollen

Aaltjes zijn minuscuul kleine rondwormen die van nature in de bodem voorkomen. Zodra de aaltjes via een gieter worden uitgegoten op de aangetaste plaatsen, zoeken ze de veenmollen op en dringen ze het insect binnen. Daarna infecteren ze de veenmol met een dodelijke bacterie en gaan ze zich voeden met de dode larve. Hierna vermenigvuldigen de aaltjes zich om opnieuw op zoek te gaan naar slachtoffers. Vinden ze die niet meer, dan verdwijnen ook de aaltjes.

Deze biologische bestrijdingsmethode is in ieder opzicht ongevaarlijk. De beste periode om aaltjes hun werk te laten doen, is juni en juli. De nimfen van de veenmol zijn dan pas uit hun eitjes gekropen en zijn nog kwetsbaar.  

Verschillende producenten bieden aaltjes tegen veenmollen aan
Verschillende producenten bieden aaltjes tegen veenmollen aan

Gazontip

Er zijn verschillende soorten aaltjes. De aaltjes die veenmollen en ook aardrupsen doden, zijn de Steinernema carpocapsae.

Vangen van veenmollen

Een andere manier om je gazon te vrijwaren van veenmollen, is door de insecten te vangen. Dit kan je doen door enkele potjes of bakjes in de grond te graven. Doe dit tot 5 cm onder het oppervlak waar de veenmol een gang heeft gegraven. Bedek deze potjes met een glazen plaatje of een stuk hout. De veenmol hergebruikt zijn gangen, waardoor hij in het potje valt en er niet meer uitgeraakt. Breng het beestje dan naar een plek waar het niemand stoort.

Lokken van veenmollen

Om veenmollen in een val te lokken, kan je een doorgesneden aardappel gebruiken. Een ander middel is een zeepwaterspoeling. Begin met de grond goed nat te maken, dit brengt de veenmollen hoger in de grond. Daarna meng je 2 eetlepels vloeibaar afwasmiddel in 2 liter water en giet je het over een gebied van ongeveer 2 m². Zodra het zeepmengsel dieper de bodem indringt, zullen de insecten tevoorschijn komen. Je kan de beestjes dan vangen en wegvoeren naar een plaats waar ze niemand storen. Let wel op, veenmollen kunnen best wel hard bijten.

Bestrijd de veenmollen niet indien je tuin er weinig last van heeft. Deze dieren zijn namelijk vrij zeldzaam en zijn in sommige landen ook wettelijk beschermd. Bovendien voeden ze zich onder andere met larven zoals emelten en engerlingen die in het gazon veel schade kunnen aanrichten. Indien je met veel veenmollen zit, kan je deze proberen te vangen of ze bestrijden met één van hun natuurlijke vijanden: aaltjes.

MOLLEN

Hoe een mol herkennen?

Mollen zijn kleine zoogdieren die onder de grond leven. Ze zijn tussen de 11 en 17 centimeter lang, waarbij de mannetjes groter zijn dan de vrouwtjes. Mollen zijn solitaire dieren en leven dus meestal alleen. Soms kan het voorvallen dat een mol enkele gangen deelt met een soortgenoot, maar dit gebeurt niet zo vaak. Enkel tijdens de paartijd (februari tot april) zoeken de mannetjes de vrouwtjes op om zich te kunnen voortplanten. Hiervoor verlaten ze hun territorium en kunnen ze gangen graven over een afstand van enkele kilometers ver. Direct na de paring wordt het mannetje echter terug naar zijn territorium weggejaagd door het vrouwtje. Ongeveer 4 á 5 weken later worden gemiddeld 2 tot 7 jongen geboren. Lang blijven ze wel niet bij hun moeder want na 5 à 10 weken worden de jongen gedwongen om het nest te verlaten en op zoek te gaan naar hun eigen territorium.

Kenmerken van de mol:

  • Spitse neus met tast- en snorharen
  • Geen uitwendige oorschelpen
  • Kleine, onopvallende ogen, ongeveer zo groot als een speldenknopje
  • Roze, grote voorpoten met elk 5 vingers met puntige nageltjes en een extra duimpje.
  • Zwartgrijze, fluweelzachte pels
  • Kortstaartje (2 à 4,5 cm) dat altijd omhoog wijst
  • Gewicht: 60 tot 140 gram
  • Grootte van territorium: 300 à 700 m² per mol

Welke schade richt een mol aan in een gazon?

De aanwezigheid van een mol in je tuin valt onmiddellijk op door de molshopen. Deze hopen aarde ontstaan doordat de mol een deel van de aarde dat hij afgraaft naar boven duwt. Deze aarde moet dan ook verwijderd worden, want anders stikt het onderliggende gras. Nieuwe molshopen verschijnen regelmatig, want in één jaar kan een mol maar liefst 3000 kilo grond naar het oppervlak brengen. Een mol graaft een complex van gangen waarvan een deel vlak onder het oppervlak liggen. Deze kunnen dan ook voor kleine oneffenheden of zelfs verzakkingen in het gazon zorgen.

Een mol uit zijn gazon weren, is geen gemakkelijke opdracht. Er zijn nochtans zeer veel producten op de markt. Hierbij maken we een onderscheid tussen methodes om een mol te verjagen, te vangen of zelfs te doden. We sommen ze even op:

  • Mollen verjagen
  • Mollen levend vangen
  • Mollen doden
  • Mollen voorkomen

Een mol is geen graag geziene gast wanneer je van een strak gazon houdt. Met zijn woelwerk kan hij in enkele dagen tijd een verzorgde grasmat in een waar slagveld veranderen.

Mollen zijn nochtans nuttige dieren. Naast regenwormen jaagt hij ook op ongedierte zoals slakken, emelten en engerlingen. En dat kunnen er best wel veel zijn, want een mol eet dagelijks bijna de helft van zijn eigen lichaamsgewicht. Daarnaast zorgt hij met het graven van zijn gangen voor een goede beluchting en drainage in de bodem en trekt hij onverteerd humus naar diepere lagen in de bodem. De mol kan dus de bodemkwaliteit van je gazon verbeteren.

Hoe mollen verjagen?

De meeste diervriendelijke methode om geen last meer te hebben van een mol, is deze te verjagen. Hiervoor maakt men het best gebruik van methodes die gericht zijn op het produceren van trillingen of geuren waar de mol niet van houdt. Een mol wegjagen is echter niet evident.

Mollengangen verstoren

De eenvoudigste methode is om de mol te storen door regelmatig op de molsgangen te lopen en systematisch de molshopen terug naar beneden te duwen. De mol moet de gang dan opnieuw graven, maar dit is voor het diertje geen groot probleem. Een mol graaft gemiddeld met een snelheid van 12 tot 15 meter per uur. De meeste mollen hebben dus net iets meer nodig om hen te ontmoedigen.

Flessen in de mollengangen steken

Ondanks het feit dat een mol uitwendig niet beschikt over oorschelpen, kan hij toch zeer goed horen. Mollen zijn dan ook heel gevoelig voor geluid en trillingen. Er bestaan allerlei methoden om hen met geluid of andere trillingen weg te houden, maar een beproefde methode is het plaatsen van flessen in de mollengang. Verwijder hierbij de bodem van de fles en plaats het zonder dop met de hals naar boven.

Wanneer de wind in de fles blaast, ontstaat er een fluitend geluid dat zich in het gangenstelsel voortzet. Om dit effect te versterken, plaats je best een fles om de 2 meter. Het voordeel van dit systeem is dat het goedkoop is. Het nadeel dat er gewenning kan optreden bij de mol en dat de mol, eens de flessen verwijderd zijn, gewoon kan terugkeren naar zijn territorium.

Door lege flessen in een mollengang te stoppen, ontstaat er een fluitend geluid dat een mol kan ergeren.
Door lege flessen in een mollengang te stoppen, ontstaat er een fluitend geluid dat een mol kan ergeren.

Ultrasone geluiden & trillingen

Een andere methode om mollen te verjagen, is via een mollenverdrijver of mollenverjager. Dit is een apparaat dat op een variabele frequentie geluidsgolven en trillingen uitzendt in de gazonbodem. Dit heel hoog geluid is niet hoorbaar voor mensen, maar wordt door de mol als storend ervaren. Hij zal dan ook gravend op zoek gaan naar een rustigere plaats, maar soms eerst binnen zijn eigen territorium. Het kan dan ook zijn dat je de molshopen gewoon op andere plaatsen in je tuin ziet opduiken. Je kan de mollenverdijver dan naar dit deel van de tuin verplaatsen, zodat de mol weer een andere weg kiest. Doordat de frequentie van de geluidsgolven en trillingen varieert, is er ook minder kans op gewenning bij de mol. Een mollenverdrijver werkt meestal op batterijen of zonne-energie.

Seismische golven

Naast mollenverjagers die ultrasone geluiden produceren, zijn er ook toestellen op de markt die met korte tussenpauzes agressieve seismische trillingen voortbrengen. Deze trillingen verspreiden zich goed in de bodem en hinderen vooral mollen, woelmuizen en allerlei soortgelijke knaagdieren.

Geuren

Mollen hebben een hekel aan bepaalde geuren. Je kan hen soms dus verjagen door geurende middelen in hun gangenstelsel te werpen.

Geurende middelen:

  • In doe-het-zelfwinkels en tuincentra zijn anti-mollen-producten te koop met specifieke afwerende geuren. Deze producten zijn meestal in granulaat- of stickvorm en hebben een langdurige werking.
  • Als goedkoper alternatief kan je de volgende zaken in de mollengangen leggen: uien- of knoflooksnippers, mottenballen of een doek dat in terpentijn of ammoniak gedrenkt is. Deze laatste zijn echter niet goed voor het milieu.  

Deze geurende middelen moeten onmiddellijk na het ontdekken van de eerste molshoop worden toegepast. Indien het gangenstelsel reeds te uitgebreid is, zal de geur zich te veel moeten verspreiden zodat het minder sterk zal zijn. De mol kan de geurende gang dan ook gewoon mijden en terug afdichten.

Gazontip

Een mol houdt ook niet van de geur van fijngewreven walnootbladen of vlierbladen. Je kan hier dan ook een eigen aftreksel van maken. Doe hiervoor 1 kilo bladeren op 10 liter water en giet het aftreksel op verschillende plaatsen in het mollenstelsel.

Hoe een mol levend vangen?

Om een mol te vangen, moet je het ritme en de weg van de mol kennen. Het meeste kans maak je rond 8 uur ’s morgens, 12 uur ’s middags en 18 uur ‘s avonds. Een mol inspecteert zijn gangen namelijk met tussenpozen van ongeveer 4 uur. Vooral ’s morgens en ’s avonds is hij actief, wanneer er boven de grond minder activiteit is.

Mol uitgraven

Het is mogelijk om een mol uit de grond te graven. Dit vraagt wel wat behendigheid en geduld. Vaak kan je een mol vinden bij de meest recente molshoop. Kijk hiervoor nauwkeurig of je beweging ziet in de molshoop. Indien je weet waar de mol zich bevindt, kan je een spade in de gang steken tussen de voorlaatste molshoop en de meest recente. Zo belet je de mol om via zijn eigen gang weg te vluchten.

Nu kan je met een tweede spade een twintigtal centimeters achter de mol in de grond te steken en de mol omhoog te wippen. Neem het beestje alleen vast met werkhandschoenen, want een mol kan best wel hard bijten. Deze methode is enkel voor wie snel en handig is. Let ook op om de mol niet te kwetsen.

Gazontip

Je kan zelf een vangkooi voor mollen maken door een pvc-buis in de grond te stoppen en deze te verbinden met 2 terugslagkleppen. Vergeet wel niet dagelijks deze val te controleren.

Mollenval installeren

Een vangkooi of een mollenval is de meest diervriendelijke manier om een mol te vangen. Deze kokervormige kooi plaats je in een veel belopen gang, of dichtbij een verse molshoop. Bedek daarna de mollenval met een emmer, steen of een plank zodat er geen zonlicht in de gang schijnt. Zodra de mol in de val komt, valt het deurtje dicht en kan de mol niet meer weg. Vergeet niet om regelmatig de vangkooi te controleren, want een mol kan maar 12 uur zonder voedsel.

Sommige kooien zijn voorzien van een handige kijkopening aan de bovenkant. Na vangst kan je het beestje vrijlaten op een andere plaats waar het geen schade kan berokkenen. Laat de mol zeker niet los waar reeds een andere mol zit, want mollen zullen hun territorium verdedigen tot de dood.

Een mol is zeer gevoelig voor geuren, dus het is belangrijk de mollenval niet aan te raken met blote handen of met latex handschoenen. Gebruik steeds werkhandschoenen bij het plaatsen van de vangkooi en smeer de kooi in met wat aarde van de molshoop. Op deze manier voorkom je dat de mol iets ruikt dat hij niet kent en de kooi zal vermijden.

Hoe mollen doden?

Om voorgoed van een mol af te raken, kiezen veel mensen ervoor om het dier te doden. Hiervoor zijn verschillende methodes, waarbij de één diervriendelijker is dan de andere.  

Uitroken van een mol

Bij de meeste tuincentra zijn rookpatronen te koop op basis van zwavel, fosfor of calciumcarbide. Deze patronen moet je in de mollengangen steken, waarna de rook zich in het gangenstelsel zal verspreiden. Deze rook kan de mol doen vluchten, maar in de meeste gevallen wordt de mol verstikt door de rook. Sommige producten zorgen er ook voor dat de wanden van de loopgangen besmeurd worden met een coating die door de mol als wansmakelijk wordt ervaren. Het uitroken van mollen kent slechts wisselend succes.

Voetzoeker

In de handel is er ook een mollenval verkrijgbaar waarbij de mol gedood wordt door middel van een voetzoeker. Om de mol te lokken wordt eerst een molshoop vernield, waardoor de mol verleid wordt om het gat in zijn tunnel te komen dichtstoppen. Hierbij drukt hij aarde tegen een voeler die werd geplaatst waardoor een voetzoeker in de mollengang ontploft.

Mollenklem

Een mollenklem is ongetwijfeld de meest efficiënte methode om een mol te doden. Er bestaan hierbij veel verschillende soorten klemmen: sommige worden geplaatst in een gang, maar er zijn ook modellen die je diagonaal in een molshoop kan installeren. Elk type klem werkt op dezelfde manier: zodra de mol in de klem kruipt, slaat deze dicht en is de mol dood. Belangrijk is waar je de mollenklem (of klemmen) plaatst. Niet iedere gang wordt namelijk evenveel bezocht door de mol. Denk bij het plaatsen ook aan jouw eigen veiligheid en deze van kinderen en huisdieren. Een klem kan namelijk ernstige verwondingen veroorzaken.

In de handel zijn verschillende types van mollenklemmen verkrijgbaar
In de handel zijn verschillende types van mollenklemmen verkrijgbaar

Gazontip

Om een mol te vangen, kan je ook een professionele mollenvanger inhuren. Deze maken meestal gebruik van mollenklemmen en doden de mol dan ook.

Hoe voorkom je mollen?

Er zijn verschillende methodes om je tuin minder aantrekkelijk te maken voor mollen. Deze bieden echter geen garantie op een mollenvrije tuin. De aanwezigheid van een mol wijst erop dat je gazon een gezond bodemleven bevat. Er is dan ook veel kans dat, wanneer je een mol verjaagt of doodt, er in hetzelfde jaar een andere mol het territorium komt inpalmen. 

Mollengaas

Wie geen molshopen in zijn gazon wil, kan een mollennet of mollengaas onder het gazon aanbrengen. Hiervoor moet de oude grasmat natuurlijk eerst verwijderd worden. Een mollengaas belet ook niet dat een mol onder deze fijne gaas kan graven, waardoor er zich dus nog steeds verzakkingen in het gazon kunnen voordoen.

Indien je je tuin 100% molvrij wil houden, moet je deze dan ook ondergronds omheinen. Hiervoor graaf je een fijnmazig net (volièregaas) minstens 40 cm diep in de grond. Indien je echt 100% zeker wil zijn, ga je best tot 1 meter diep. Deze methode wordt het best toegepast wanneer je een nieuwe tuin aanlegt of wanneer je de mol alleen uit de moestuin wil weren.

Om een tuin helemaal molvrij te maken, moet je mollengaas plaatsen en de tuin ook ondergronds omheinen.
Om een tuin helemaal molvrij te maken, moet je mollengaas plaatsen en de tuin ook ondergronds omheinen.

Geuren

Bepaalde planten verspreiden een bepaalde geur in de grond waar de mollen niet van houden. Dit kan helpen om een mol op een natuurlijke manier uit je tuin te weren. Deze aromatische 'mollenplanten' zijn:

  • Keizerskroon (Fritillaria imperialis)
  • Kruisbladwolfsmelk (Euphorbia lathyris)
  • Stinkend nieskruid (Helleborus foetidus)
  • Wilde knoflook (Tulbaghia violacea)
  • Narcis (Narcissus)

Bomen

Er is niks meer uitnodigend voor een mol dan een groot, effen gazon waar hij ondergronds geen enkel obstakel ontmoet. Je kan je tuin dan ook minder aantrekkelijk maken voor mollen door meer beplanting aan te brengen. Struiken en grote bomen met veel wortels maken het voor een mol moeilijker om gangen te graven.

MIEREN

Bij de meeste mensen zijn mieren geen graag geziene gasten. Nochtans verrichten deze ijverige werkers veel nuttig werk. Zo ruimen ze kleine dode diertjes en afval op en jagen ze op insecten die veel schade kunnen berokkenen aan het gras. Hierbij denken we o.a. aan emelten en engerlingen. Ook de flora in je tuin profiteert van hun aanwezigheid: mieren helpen bij de verspreiding van zaadjes en promoten dus de groei van nieuwe plantjes. Bovendien beluchten ze de bodem door het graven van kleine tunnels in de aarde. De bodem krijgt hierdoor een lossere structuur, waardoor het regenwater gemakkelijker door de bodem kan sijpelen en er zo voldoende water en zuurstof bij de graswortels geraakt.

Hoe mieren herkennen?

Wereldwijd zijn er duizenden soorten mieren, waarvan er in ons land 67 soorten voorkomen. De meest voorkomende mieren in het gazon zijn:

De wegmier (Lasius niger):

Kleur: zwartbruin tot zwart

3 tot 5 mm groot

Meest voorkomende soort in ons land

 

De gewone steekmier (Myrmica rubra):

Kleur: bruinrood (wordt soms ook de ‘rode steekmier’ genoemd)

3,5 tot 5 mm groot

Heeft een angel om te steken

De gele weidemier (Lasius flavus):  

Kleur: bruingeel

2 tot 4,5 mm groot

Leeft ondergronds

Welke schade richten mieren aan in je gazon?

Op zich zijn mieren niet heel schadelijk voor je gazon. Mieren maken graag hun nesten in het gras waardoor je kleine ophopingen van zand tussen het gras ziet liggen. Daarbij halen ze ook aarde rond de grasplantjes weg, maar dit berokkent weinig schade aan je gras.

Het bestrijden van mieren in je gazon is pas noodzakelijk wanneer de kolonie te groot wordt. Grote mierenhopen maken het maaien moeilijker en kunnen voor kale plekken zorgen in het gras. De mieren gaan zich in de tuin voortplanten en voor nieuwe mierenhopen zorgen, waardoor het probleem verergert. Een grote groep mieren kan dan ook veel schade aanrichten aan de aanpalende moestuin of het terras door het zand onder de tegels weg te halen, wat voor verzakkingen kan zorgen. Bovendien brengen mieren ook bladluizen met zich mee, zodat er zich een echte bladluisplaag kan ontwikkelen.

Grote mierenhopen kunnen kale plekken veroorzaken in een gazon. Foto Advanta Seeds
Grote mierenhopen kunnen kale plekken veroorzaken in een gazon. Foto Advanta Seeds

Hoe mieren verjagen?

Aaltjes tegen mieren

Deze microscopisch kleine rondwormpjes (0,3 tot 0,7 mm) komen van nature voor in de bodem en zijn verlekkerd op de larven van mieren. Om deze te beschermen, zullen de volwassen mieren dan ook hun nest verhuizen naar een locatie zonder aaltjes. Zodra de aaltjes geen voedsel meer vinden, zullen ze vanzelf verdwijnen. Dit is dan ook een natuurlijk product dat niet schadelijk is voor het milieu of de mens.

Gazontip

De aaltjessoort die het best werkt tegen mieren is de Steinernema feltiae. Deze kun je inzetten bij een bodemtemperatuur van 8°C tot 30°C. Hierbij geldt hoe warmer de bodem is, hoe actiever de aaltjes zullen jagen. Aaltjes breng je aan door deze wormpjes in water op te lossen en deze in de nestingangen van de mierenhoop te gieten. Vergeet hierbij de grond niet gedurende twee weken vochtig te houden.

 

Aaltjes eten de mieren zelf niet op, maar wel op hun larven. Foto: Ecostyle
Aaltjes eten de mieren zelf niet op, maar wel op hun larven. Foto: Ecostyle

Verplaatsen van mierennest

Je kan een mierennest uit je gazon verwijderen zonder in de grond te graven. Vul hiervoor een bloempot met aarde en plaats deze omgekeerd op het mierennest. Binnen de 2 weken zullen de mieren hun hele nest verplaatsen naar de bloempot zodat je gemakkelijk de hele kolonie kan verplaatsen of verwijderen.

Geuren en aroma's

Mieren communiceren en herkennen elkaar door middel van geur. Zo gebruiken ze geur om aan elkaar aan te geven waar voedsel ligt of waar hun nest zich bevindt. Bepaalde sterke geuren en aroma’s brengen de mieren in de war, waardoor ze zich slecht kunnen oriënteren. De mieren zullen die geuren dan ook vermijden.

Je kan dus bepaalde geurende hulpmiddelen of planten bij het mierennest in je tuin strooien wanneer je deze miervrij wil houden. Sommige geuren werken beter dan andere, maar ze kunnen zeker geen kwaad.

Gazontip

Met verschillende van deze huismiddelen kan je ook zelf een aftreksel of spray maken. Zo kan je azijn in water aflengen en spuiten op de plekken waar je de mieren wil verjagen. Een andere mogelijkheid is om een aftreksel te maken van uien- of knoflooksap en dit over het mierennest te gieten.

Doden van mieren

Wanneer het niet lukt om de mieren op een natuurvriendelijke manier uit het gazon weg te krijgen, kan je ervoor kiezen om ze te vernietigen. Hiervoor bestaan zowel natuurlijke als chemische middelen. Bekijk bij deze laatste wel de ingrediënten van het gif, want sommige chemische insecticiden kunnen je gazon ruïneren.

Kokend water

De simpelste methode om mieren te doden, is kokend water in het mierennest te gieten. Voeg hier eventueel een aantal druppels afwasmiddel aan toe. Gebruik hierbij een ecologische variant om het milieu niet te schaden. Prik eerst met een stok in het mierennest zodat het water diep in het nest kan dringen. Giet dan het kokend water in alle ingangen van het nest en herhaal dit enkele dagen na elkaar om heel het mierennest uit te roeien.

Mierenpoeder (korrels)

Eén van de best werkende middelen om mierenoverlast tegen te gaan, is mierenpoeder. Naargelang het soort poeder kan dit op 3 manieren worden aangebracht: strooien vanuit de bus, oplossen in water en gieten of oplossen in water en sproeien met een drukspuit.

De meeste mierenpoeders bestaan uit een lokstof en een gifstof. Doordat de samenstelling van deze gifstof sterk varieert per type poeder, kan de werking ervan ook sterk variëren. Er zijn poeders die ervoor zorgen dat de mieren die in aanraking komen met het poeder, de weg naar hun nest niet meer vinden en uiteindelijk sterven. Andere poeders hebben een contactwerking waardoor mieren na aanraking snel sterven. Er bestaat ook gif met een uitgestelde werking waardoor de getroffen mieren het gif eerst naar het nest transporteren en op deze manier de hele kolonie uitroeien.

Eén van de best werkende middelen om mierenoverlast tegen te gaan, is mierenpoeder.
Eén van de best werkende middelen om mierenoverlast tegen te gaan, is mierenpoeder.

Let op de samenstelling van de mierenpoeder

De meest voorkomende werkzame stoffen in mierenpoeders zijn:

Insectengroeiremmers:
pyrethroïden zoals Permethrin en Deltamethrin. Deze remmers verstoren de metamorfose van de larve naar volwassen mier. Ook valt dit bestrijdingsmiddel de eieren van de mier aan, die dan niet meer zullen uitkomen.

Diathomeeënaarde of celiet: natuurproduct dat bestaat uit vermorzelde eencellige organismen. Het absorberende effect van de stof vernietigt de beschermlaag rond het exoskelet van de mieren, waardoor ze uitdrogen.

Acetaprimid: werkt op het centrale zenuwstelsel van insecten. Deze stoffen zijn omstreden omdat ook bestuivers zoals bijen en vlinders grote gevolgen ondervinden na aanraking met dit gif. Ook voor de dieren die jagen op de vergiftigde mieren, kunnen deze stoffen schadelijk zijn (vogels, egels…)

Borax (Natriumtetraboraat): natuurlijk middel dat heel effectief werkt tegen mieren, maar ook giftig is voor mensen en planten. (Zie verder)

Deze werkzame stoffen kunnen zowel van biologisch of chemische oorsprong zijn. Het onderscheid is jammer genoeg niet altijd duidelijk op de verpakking, aangezien sommige leveranciers termen vermelden zoals ‘bio’, ‘green’ of ‘eco’, terwijl het product niet enkel uit natuurlijke bestanddelen bestaat. Enkel de gifstoffen pyrethrine, spinosad, goudsbloem, pyrethrumextract, eucalyptus en siliciumdioxide zijn van natuurlijke oorsprong. Wel opletten geblazen, want niet ieder middel is tenslotte geschikt om op een gazon te strooien.

Mierenspray

Bepaalde mierensprays kunnen zowel binnenshuis als buitenshuis worden gebruikt. Hierbij kunnen zowel mieren op wandelpaden als mierennesten worden bestreden. Mierenspray heeft ook een nawerking, waardoor mieren lange tijd de plaats waar de spray gespoten werd, zullen vermijden. Mierenspray is evenwel vaak minder efficiënt in het gazon dan andere middelen.

Er zijn veel mierensprays verkrijgbaar. Foto: Gazonexpert.be
Er zijn veel mierensprays verkrijgbaar. Foto: Gazonexpert.be

Mierenlokdoos

Een mierenlokdoos is ook geschikt om mieren buitenshuis te bestrijden. Het principe van zo’n doos is dat de mieren naar de doos worden gelokt en ze de giftige lokstof mee naar het nest nemen.

Op deze manier wordt de complete kolonie uitgeroeid. Bij een mierennest is een lokdoos minder efficiënt doordat je de lokdoos op de looproute van de mieren moet plaatsen. Bij een nest zijn er natuurlijk vele looproutes. Bovendien is een mierenlokdoos gevoelig voor uitdroging. Zet het dan ook niet op een plaats waar de zon te fel schijnt en vervang het af en toe. Naargelang het type werkt een mierenlokdoos twee weken tot een maand.

Een mierenlokdoos kan je ook buiten gebruiken
Een mierenlokdoos kan je ook buiten gebruiken

Huismiddelen tegen mieren

Naast de producten in de winkel zijn er heel wat goedkope huismiddelen die bijna iedereen in huis heeft.

Borax:

Borax (of natriumboraat, natriumtetraboraat of dinatriumtetraboraat) is een wit kristallijn poeder dat in vele huishoudelijke producten zoals zeep, tandpasta en waterontharder wordt gebruikt. In tegenstelling tot andere chemicaliën is het een natuurlijk product en milieuvriendelijk.

Voor mieren is Borax echter dodelijk. Het middel kan je zowel binnenshuis als buitenshuis gebruiken als een poeder of als een spray. Voor dit laatste los je drie eetlepels op in een beetje kokend water. Vul dit mengsel aan met koud water en spuit het op de insecten. Om een mierennest aan te pakken, werkt Borax beter in poedervorm. Hiervoor moet je Borax eerst 50/50 mengen met een lokstof zoals poedersuiker, want Borax zelf is niet aanlokkelijk voor de mieren. Draag hierbij steeds handschoenen en zorg ervoor dat er geen kinderen of dieren in de buurt komen. Borax kan de ogen, huid en luchtwegen irriteren, en kan diarree, braken en krampen veroorzaken. Daarnaast is het ook giftig voor planten.

Maïsmeel:

In tegenstelling tot Borax is maïsmeel als mierenbestrijdingsmiddel volkomen veilig voor kinderen en huisdieren. Ook hier moet je gelijke delen maismeel met een lokmiddel zoals poedersuiker mengen. Mieren worden aangetrokken door het lokmiddel maar kunnen het maïsmeel niet verteren, waardoor ze sterven. Maïsmeel heeft een vertraagd effect: de mieren nemen het maïsmeel eerst mee naar het nest, waardoor meteen het volledige nest wordt gedood. Het is dan ook een efficiënte manier om een mierennest op een natuurlijke wijze uit te roeien.

Epsomzout (Engels zout, Magnesiumsulfaat, Bitterzout)

Epsomzout heeft vele toepassingen (medisch, voeding) waaronder ook in de tuin. Het wordt gebruikt bij het onderhouden van planten, maar ook als bestrijdingsmiddel tegen mieren. Dit kan op 3 manieren: als spray, in combinatie met poedersuiker (helft poedersuiker, helft epsomzout) of door het zout te sprenkelen op de plaatsen waar mieren zijn. Let wel dat je hiervoor Epsomzout gebruikt en geen gewoon keukenzout.

Zuiveringszout (baking soda, natriumcarbonaat)

Ook zuiveringszout werkt goed tegen mieren. Ze kunnen het zout niet verteren en sterven hierdoor. Zuiveringszout heeft hetzelfde vertraagd effect als maïsmeel, waardoor ook hier het volledige nest uitgeroeid kan worden. Om de mieren te lokken, meng je het zuiveringszout best met een poedersuiker. Je kan dit mengsel van 50% zuiveringszout en 50% poedersuiker dan strooien in het gazon of zelf een mierenlokdoos maken.

Diatomeeënaarde (celiet, kiezelaarde, kiezelgoor, kiezelgoer, bergmeel of infusoriënaarde)

Diatomeeënaarde wordt regelmatig gebruikt in mierenpoeders en is een zeer effectieve en milieuvriendelijke manier om kruipende insecten te bestrijden. Het is een schuurmiddel dat uit vermorzelde micro-organismen bestaat met snijdende vormen. De mieren verwonden zich aan deze minuscule, scherpe randen waardoor hun beschermlaag beschadigd geraakt en ze uitdrogen en sterven. Het nadeel is dat andere insecten hier ook slachtoffer van kunnen worden.

Hoe mieren voorkomen?

Het allerbelangrijkste is dat je het gazon en de tuin in het algemeen netjes houdt. Mieren komen immers alleen op jouw gazon af wanneer zij daar voldoende te eten en drinken hebben en wanneer er voldoende schuilplaatsen zijn.

Besteed ook aandacht aan je terras en tuintegels. Mieren vestigen er zich graag onder en tussen. Maak deze dan ook regelmatig schoon met een harde borstel en water.  

Enkele tips: 

  • Zorg ervoor dat het gras niet te lang wordt door het regelmatig kort te maaien

  • Ruim dode bladeren op

  • Verwijder zieke of dode planten, struiken en bomen

  • Hou geen vuilniszakken in de tuin

  • Laat geen voedselresten achter in de tuin

Last van ongedierte in je gazon? Aarzel niet en contacteer een gazonexpert uit jouw buurt om het nodige te doen!

Blijf steeds op de hoogte

Met de gazonkalender en onze maandelijkse gazonupdates blijf jij steeds op de hoogte van wat er moet gebeuren in jouw tuin!

Schrijf je in voor de maandelijkse gazonupdates en zie je gazon tot leven komen.

naar de gazonkalender

Gerelateerd blogitems